Juridische onderzoeken omtrent regelgeving smart shipping naar Tweede Kamer
In het afgelopen jaar zijn er op het gebied van smart shipping een tweetal onderzoeken uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Erasmus Universiteit (Erasmus School of Law) onderzocht de juridische mogelijkheden voor experimenten met vergaand geautomatiseerd varen en de structurele toepassing daarvan. Monitor Deloitte deed een eerste verkenning naar de inzet van varende drones en schetste mogelijkheden voor een beoordelingskader voor deze specifieke categorie.
Start wijzigingstrajecten
De twee onderzoeken dragen bij aan de beleidsvorming op het terrein van smart shipping. Mede op basis van de resultaten van deze twee onderzoeken worden diverse wijzigingstrajecten opgestart, zo berichtte het Ministerie van IenW de Tweede Kamer.
Allereerst zullen het Binnenvaartpolitiereglement (Bpr) en het Scheepvaartreglement territoriale zee (Stz) gewijzigd worden. Met een kleine aanpassing wordt de grondslag voor experimenten met vergaand geautomatiseerd varen verstevigd.
De tweede wijziging moet het mogelijk maken om ontheffingen af te geven voor schepen met vergaand geautomatiseerde toepassingen of om dergelijke schepen vrij te stellen van bepaalde eisen. Er wordt naar gestreefd deze wijziging in het voorjaar van 2021 aan de Tweede Kamer voor te leggen.
Als derde stap wordt onderzocht of wijzigingen ten aanzien van de verantwoordelijkheden van kapitein/schipper op vergaand geautomatiseerde of geheel autonome schepen nodig zijn.
Leren van andere modaliteiten
Bij bovenstaande aanpassingen wordt gebruik gemaakt van ervaringen en leerpunten vanuit andere modaliteiten met soortgelijke ontwikkelingen en uitdagingen: op de weg, op het spoor en in de lucht. Bovendien wordt samengewerkt met externe partijen: via samenwerking met ondernemers, wetenschappers en medeoverheden wordt geborgd dat het beleid op het terrein van smart shipping aansluit bij de praktijk.